In het zuiden van Frankrijk, aan de Middellandse Zee, ligt de Camargue. Een bijzonder natuurgebied waar wilde paarden rondrennen en knalroze flamingo’s flaneren. Rondom het compleet ommuurde stadje Aigues-Mortes (= dode wateren) vind je kilometers aan zoutpannen. Grote bassins worden er doorkruist met stroken land. Hier wordt al ruim 2000 jaar het befaamde fleur de sel de Camargue gewonnen. Eerst door de Romeinen, later door monniken en tegenwoordig door commerciële bedrijven in het gebied. Maar nog steeds met de hand!
De bassins lopen vol met zeewater dat in de zomer langzaam verdampt. Er vormt zich hierdoor een heel dun vliesje van zoutkristallen op het zeewater. Dit wordt met de hand, met een brede dunne plank van kastanjehout, voorzichtig geschept. Het zout wordt daarna gedroogd en verder gebeurt er helemaal niets mee. Een puur natuurproduct dus.
Mocht je eens in de Camargue zijn in de zomer, klim dan op de muren van Aigues-Mortes en tuur naar de zee. Je ziet er zeer waarschijnlijk een aantal enorme witte bergen uit oprijzen: bergen van zout, dat in de buitenlucht ligt te drogen. En bedenk je dan dat het er 2000 jaar geleden ook zo bij lag. Een bijna magische aanblik. Nog meer weten? Breng dan een bezoekje aan de Salins de Camarque, de zoutpannen.
Gebruik van sel de Camargue
Fleur de sel de Camargue is een culinair zout waar je gerechten mee af maakt en op smaak brengt. Gebruik het in je salades, over groenten en zet het potje als zoutvat op tafel. Ook heerlijk met vers brood en een goede olijfolie (die je in de Provence zeker zult vinden).