Bloembollen eten? We moeten er niet aan denken! Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog hadden veel mensen helaas geen keuze en zetten ze hun tanden toch in de knapperige tulpenbollen.
Oorlogsgerechten
In de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog werden veel oorlogskookboeken uitgegeven met tientallen recepten. Het zijn echte ‘hamsterrecepten’: gerechten met ingrediënten die de maag goed vullen en waar veel voedingsstoffen in zitten, zodat het lichaam goed gevoed wordt met weinig ingrediënten. Het devies was veel volkoren granen, aardappelen en peulvruchten in plaats van bijvoorbeeld witbrood en sla. De kookboekjes staan ook vol met bezuinigingstips: je thee vermalen tot gruis, meerdere keren koffie zetten van één zakje, een kwastje gebruiken om je pan te beboteren en een hooikist gebruiken om te koken.
In Nederland was in de jaren vlak voor de Tweede Wereldoorlog een ingenieus distributiesysteem ontwikkeld, dat al voor de oorlog in gang werd gezet. Dit had een opmerkelijk gevolg. Voor de oorlog was er in ons land nog een behoorlijk verschil tussen arm en rijk en dat uitte zich ook in het voedingspatroon. Na invoering van het distributiesysteem, waarin het meest voedzame eten werd verspreid en dat op basis van gelijkheid opereerde, had iedereen toegang tot voedzame producten en maaltijden. Nederlanders zijn nog nooit zo goed en gezond gevoed als in de eerste jaren van WOII. Maar hoe kan het dan dat mensen tulpenbollen zijn gaan eten en van honger overleden zijn tijdens de hongerwinter in 1944? Dit schrijnende verhaal, samen met veel wetenswaardigheden over eetgewoonten en de keuken in de jaren 1940-1945, doen we ieder jaar op 4 mei uitvoerig uit de doeken tijdens een (gratis) oorlogsproeverij.
Krachtrondjes – Recept
In 1940 verscheen het kookboekje Ons dagelijksch brood. Goede maaltijden in oorlogstijd van C.J. Ooms-Vinckers en A.J. Reiding. Een boekje vol stevige voedzame kost, met soms heel aardige recepten. Op verzoek van de gasten hierbij het recept voor krachtrondjes.
Benodigdheden
150 gram havermoutvlokken
1 ei
4 eetlepels karnemelk
1 flinke eetlepel tomatenpuree
Peper
Zout
Aroma*
50 gram belegen kaas
Bereiding
Doe de havermout in een bakje. Roer het ei los met de karnemelk in een ander bakje en voeg de tomatenpuree, peper, zout en het aroma toe en meng goed door elkaar. Giet dit mengsel op de havermoutvlokken en schep het goed om, zodat de vlokken bedekt zijn met het mengsel. Laat het zo een half uurtje afgedekt staan. Rasp in de tussentijd de kaas. Voeg deze na een half uurtje toe aan het mengsel en roer goed door elkaar. Vorm er met je handen kleine rondje koekjes van. Het mengsel goed aandrukken!
Doe wat boter in de pan en bak hierin de rondjes op half hoog vuur tot ze goudbruin zijn, aan beide zijden.
*Aroma kun je kopen in de supermarkt in een klein geel busje onder de naam Aromat. Het is een poedertje van vooral gedroogde uien. Het is sterk en erg zout van smaak. Aroma wordt vaak genoemd als ingrediënt in gerechten in het kookboekje Ons dagelijksch brood.