Het diner van Trimalchio

Banketscène uit Pompeii

Wat is het smullen bij het lezen van Het diner van Trimalchio van Petronius (27-65 na Chr.). Dit verhaal uit het begin van onze jaartelling heeft sterk bijgedragen aan het beeld van mateloze decadente Romeinse diners waarbij de gasten laveloos op ligbanken hangen en zich oneindig volvreten. Vincent Hunink maakte een levendige eigentijdse vertaling van het meest exquise diner uit de klassieke literatuur waarbij je af en toe het gevoel krijgt dat je zelf tussen de gasten aanligt.

Satyrica

Het diner van Trimalchio is onderdeel van een groter verhaal, de Satyrica. Waarschijnlijk van de aan het hof van Keizer Nero verkerende Gaius Petronius Arbiter. Hij was daar arbiter elegantiae, een soort ceremoniemeester die zich bezighield met entertainment in het keizerlijk paleis, waarbij eten en drinken niet mochten ontbreken. Nero’s hof zal een onuitputtelijke bron van inspiratie geweest zijn voor Petronius’ roman. Zoals we de verhalen over deze keizer met een korrel zout moeten nemen, moeten we dat ook met de Satyrica doen.

Trimalchio

De puissant rijke vrijgelatene Trimalchio (een romanfiguur) geeft in de roman een diner voor vrienden en cliënten. De beschrijvingen van het eten en drinken, de eetkamer, de conversaties en de bediening lijken een levendig beeld te geven van verfijnd dineren bij de rijksten in het begin van de keizertijd. Maar het is allemaal net niet zoals het hoort. Zo bestaat de maaltijd uit teveel gangen, zijn de porties te groot, gaat de gastheer zich ongepast uitgebreid ontlasten aan het begin van de maaltijd, wordt er teveel gedronken en kent de opschepperij over de gebruikte ingrediënten (allemaal van eigen land) geen grenzen. Petronius laat zien dat verfijning, elegantie en etiquette niet zomaar met een zak geld te koop is, maar toebehoorde aan de eigenlijke stand waarin je geboren was. Kijken we door de satire heen, dan geeft het diner van Trimalchio bijzonder veel informatie over eten en drinken in de Romeinse Oudheid. Laten we met hem aan tafel gaan.

De voorafjes

Maar liefst negen gangen hebben de gasten van Trimalchio te verwerken. Bij binnenkomst treffen de gasten een slaaf aan de deur die erwten aan het doppen is. Mijn nieuwsgierigheid wordt meteen gewekt en ik vraag me, al enigszins verlekkerd, af in welke creatie die straks op tafel verschijnen. Ik ben ze helaas niet meer tegengekomen. Misschien waren de erwten voor de slaaf zelf.

Bij het betreden van de eetkamer staat er een hapjesschotel klaar. Er staat een ezeltje op met reistassen waar aan de ene kant witte (?) en aan de andere kant zwarte olijven in zitten. Op de schotel zijn ook hazelmuizen onder een laagje honing en maanzaad te vinden. Hazelmuizen, ook wel relmuizen genoemd, zijn kleine knaagdiertjes die wel degelijk gegeten werden. In het enige overgeleverde Romeinse kookboek Over de Kookkunst staan ze ook, gevuld met gehakt van hun pootjes met peper, pijnboompitten, duivelsdrek en garum. Een delicaat hapje. Verder worden er braadworstjes op een zilveren roostertje geserveerd waaronder Syrische pruimen met granaatappelpitjes liggen.

Na wat met een zilveren stokertje tussen zijn tanden geprutst te hebben (zou dat volgens de etiquette zijn?) volgt een dienblad met een houten kip in een mand erop. In het stro onder haar vleugels liggen pauweneieren die door slaven uitgedeeld worden aan de gasten. Trimalchio zegt ‘eens kijken of ze nog zijn op te slobberen’. Zachtgekookte eieren komen we vaker tegen, zoals bij Apicius. Maar een eitje slobberen is de gastheer te min. De eieren blijken van deeg te zijn. Met daarin een vijgenpikker (klein zangvogeltje) in een jasje van gepeperde eidooier. Kleine (zang)vogeltjes stonden zeer regelmatig op het menu in de oudheid. Naast vijgenpikkers en lijsters werden er ook mussen gegeten, zoals te zien op de afbeelding hieronder.

Fresco met vogeltjes in het huis van Julia Felix in Pompeii
Fresco met vogeltjes in het huis van Julia Felix in Pompeii

Bij het binnenbrengen van een plateau met de tekens en bijpassende hapjes van de dierenriem heft Trimalchio een lied aan: Handelaar in Duivelsdrek. Wat zou ik de tekst van dat lied met duivelsdrek of asafoetida graag eens horen! Zoals het Trimalchio past zijn ook hier de hapjes een sobere dekmantel van de exquise gerechten die zich onder het plateau bevinden: gevogelte, zeugen-uier, een haas gedecoreerd met veertjes en op de hoeken figuurtjes met wijnzakjes in hun hand waaruit een peperige vissaus stroomt over vissen die in een geul drijven. Trimalchio schept op dat alles van eigen land komt. Vraag je je af waar hij dan in hemelsnaam kippenmelk vandaan haalt? Nou, ik ben wel benieuwd waar zijn peper dan groeit en waar zijn citrusvruchten vandaan komen. Bezat hij de wereld?

De hoofdgerechten

Zit je al vol? Dit waren slechts wat hapjes vooraf. Tijd voor everzwijn. In zijn geheel opgediend met aan de slagtanden bungelend mandjes van palmblad met gedroogde én verse dadels. Alsof het niet genoeg is liggen rondom biggetjes van deegwaar die de gasten als cadeautje mee mogen nemen. Het meegeven van (onder andere eetbare) cadeautjes was een gewoonte bij diners met gasten. Het geheel wordt opgediend als een theaterstuk waar een jachtscène wordt uitgebeeld, compleet met rond rennende blaffende honden. Een jager haalt met een ferme steek de buik van het everzwijn open waar prompt een vlucht lijsters uit opvliegt. Gelukkig is aan alles gedacht, want vogelvangers met lijmstokken staan al klaar om het gefladder tot een bedaren te brengen. Dit spektakel van levende dieren verstoppen in een gerecht kennen we nog in de middeleeuwen.

Nog meer spektakel bij het opdienen van een enorm varken. Trimalchio verwijt de kok dat hij de ingewanden er niet uitgehaald heeft. Interessant is zijn opmerking daarbij: “Vergeten? Alsof er alleen geen peper en komijn op zit!”. Peper en komijn zijn inderdaad veruit de meest gebruikte specerijen in de keuken van de Romeinse oudheid. Naast zwarte peper werd ook lange peper gebruikt. Komijn werd zowel als zaadjes en poeder gegeten. Het grapje van het everzwijn wordt herhaald en dit keer stroomt er een golf sausijsjes en bloedworstjes uit de buik van het varken. Verliest Trimalchio zijn creativiteit?

In weer een groots theatraal optreden volgt de zesde gang: een gekookt kalf dat met een helm op onderdeel is van een optreden uit Homerus. Een van de spelers hakt het arme beest als een complete gek aan stukken en deelt het uit aan de beduusde gasten.

Eindelijk, het dessert

Uitbuiken zit er niet in, maar het einde van het diner lijkt in zicht. Er wordt een plateau opgediend met gebakjes. In het midden staat een beeld van Priapus (god van vruchtbaarheid) met fruit er omheen. Bij het aanraken van het fruit en de cakejes spuit er saffraanwater uit. Ik sta op knappen. Jij?

Of toch niet….

De zoete gang lijkt een afleidingsmanoeuvre. Er volgt namelijk nog een gang met hartige hapjes. Nou ja, hapjes? Een vetgemeste kip voor iedere gast (waarbij de opmerking wordt gemaakt ‘in plaats van lijsters’, die blijkbaar meer gepast zouden zijn) en ganzeneieren met hoedjes.

Roman fresco with banquet scene inside the House of Chaste
Roman fresco with banquet scene inside the House of Chaste

Bij het zien van de laatste gang kun je begrijpen waarom we verhalen en afbeeldingen uit de Romeinse tijd hebben van brakende mannen aan het diner (zie de afbeelding boven). Het is inmiddels diep in de nacht. Houd je buik vast: lijsters van bladerdeeg gevuld met noten en rozijnen, kweeappels vermomd als egels, een vetgemeste gans waar visjes en vogeltjes gevormd uit varkensvlees omheen gedrapeerd zijn, kruiken met mosselen en oesters en een zilveren roostertje met slakken. Het lijkt qua gerechten bijna alsof we weer aan een eerste gang beginnen! Ik plof. De gasten van Trimalchio overigens ook, die al eerder een uitgang zochten overigens.

Het negengangendiner heeft zolang geduurd dat er een haan kraait. Moet ik je vertellen wat er met het arme beest gebeurde of raad je dat inmiddels zelf? Juist, hij verdween in de kookpot en werd opgediend met nóg meer hapjes.

Fresco met haan uit PompeiiFresco met haan uit Pompeii
Fresco met haan uit Pompeii

Lees ook Het diner van Trimalchio

Het diner van Trimalchio is nu ook als afzonderlijk verhaal verkrijgbaar, uitgegeven door Athenaeum – Polak & Van Gennep. Voor iedereen die ook maar enigszins geïnteresseerd is in de Romeinse keuken een must have. Maar alsjeblieft, neem er niet een korreltje maar een zoutvat vol bij als je het leest. Of een flinke fles garum, zoals de Romeinen zouden doen.

Petronius_Het diner van Trimalchio
Petronius_Het diner van Trimalchio