Voor de culinair historische rubriek van Historisch Nieuwsblad, die ik samen met Mariella Beukers verzorg, schreef Mariella een mooi artikel over zoete wijnen. Je vindt ze al in de Romeinse Oudheid, zijn niet weg te denken uit de Middeleeuwen en hebben ook de eeuwen daarna een goede reputatie. Helaas zijn we ze wat minder gaan waarderen, onterecht! Misschien dat dit taartje je overtuigd om toch eens een mooie zoete (historische) wijn in huis te halen, zoals een Falernum of Monbazillac.
Karamel
Van karamel wordt vermoed dat het al in de Middeleeuwen in de Arabische wereld bekend was. In de late Middeleeuwen werden er in Europa in ieder geval al snoepjes van karamel gemaakt: zaadjes (o.a. anijs,venkel, karwij) werden keer op keer door een suikersiroop gehaald zodat zich er laagje voor laagje karamel om vormde. Je kunt het een beetje vergelijken met onze muisjes. De karamel met boter of room kennen we uit de 19e eeuw en is overgewaaid uit Amerika.
Chocolade
Cacao is het grootste deel van zijn bestaan als drank genuttigd. Pas aan het einde van de 19e eeuw zijn we er chocolade van gaan maken zoals we hem vandaag de dag kennen. Wil je wat meer weten over de geschiedenis van chocolade? Bekijk dan dit korte filmpje dat we met Omroep Gelderland maakten voor het Chocoladefestival in Zutphen (start in de 13e minuut).
Chocolade-karameltaart – Recept

De karamel in dit taartje is eigenlijk dulce de leche, gekarameliseerde melk. Je maakt het heel makkelijk zelf met gecondenseerde melk. Verslavend lekker! Tip: maak een paar blikjes tegelijkertijd. Je kunt ze maanden bewaren als je ze dicht laat.
Benodigdheden
200 gram bloem, gezeefd
50 gram gemalen amandelen
2 eetlepels poedersuiker
100 gram koude ongezouten boter, in kleine blokjes
1 blikje gecondenseerde melk
200 gram pure chocolade
50 gram ongezouten boter
Bereiding
Voor de karamel: zet het dichte blikje gecondenseerde melk in een pan met water. Zorg dat het blikje goed onder staat! Breng het water tot het kookpunt, draai het vuur laag en laat het blikje 3 tot 4 uur pruttelen. Bij 3 uur heb je een hele lichte karamel, bij 4 uur heb je een wat diepere en donkerdere karamel. Kijk af en toe of het blikje nog wel onder water staat, voeg anders wat extra water toe. Haal het blikje uit de pan en laat helemaal afkoelen.
Meng bloem, amandelmeel en suiker door elkaar. Doe er de boterblokjes bij en maak er kruimels van met je handen door de boter door het meelmengsel te wrijven tussen je vingers. Maak er snel een bal van. Of doe alles in een keukenmachine en laat kort malen tot zich een bal vormt. Laat de bal een half uurtje rusten in de koelkast.
Rol het deeg uit tot een lap en bekleed er een ingevet taartblik mee. Prik gaatjes in de bodem. Leg een stukje bakpapier OP je deegbodem en doe er steunvulling in (bijvoorbeeld gedroogde rijst of bonen). Bak de bodem 25 minuten op 180 graden. Haal je steunvulling en bakpapier er uit en bak de taart in nog 5 minuten droog en gaar. Laat helemaal afkoelen.
Maak het afgekoelde blikje karamel open en smeer het op je deegbodem.
Breek de chocolade in stukjes en doe ze in een vuurvaste kom samen met de 50 gram boter. Zet deze op een pannetje waar een klein laagje water in zit en smelt de chocolade au bain-marie. Of smelt chocolade en boter in de magnetron op een lage stand. Strijk de gesmolten chocolade over de karamel. Strooi er desgewenst wat grove zoutkorrels op als de chocolade nog nat is. Laat je taartje een uurtje opstijven in de koelkast. Smakelijk!
Drinktip: Monbazillac van Château Barouillet in Frankrijk.