Clairet uit de 18e eeuw

clairet

Clairet, een drankje van rood fruit en brandewijn, van Agatha Sophia Buys uit de achttiende eeuw, werd in 2020 tot leven gewekt door Mariëlla Beukers van Wijnkronieken. Zij experimenteert regelmatig met historische drankrecepten. Samen met Distilleerderij De Pronckheer zette zij de clairet weer op de kaart. Ze maakten een kleine oplage van het drankje en heeft nog een paar flesjes voor de liefhebber. Mariëlla ontwikkelde dit drankje voor bij haar boek Punch, kandeel en clairet. Historische drankjes om zelf te maken.

Drankjes uit eigen keuken

In de tijd dat de rijken ’s zomers vanuit Amsterdam naar hun buitenhuizen aan de Vecht trokken, leverde de drankenhandelaar nog maar weinig kant-en-klare producten. Wijn en bier werden in de achttiende eeuw regelmatig in de kelder afgeleverd, en enkele likeurtjes kon je in de grote stad ook wel kopen of laten maken door de lokale apotheker. Maar veel handiger was het om smakelijke drankjes te maken met wat er in je eigen moestuinen en boomgaarden groeide. Dat deed het huispersoneel dan ook geregeld, naar recepten opgetekend in het handschrift dat meneer of mevrouw bijhield.

Een zo’n handschrift, bewaard in het familiearchief Martini-Buys in Het Utrechts Archief, is de receptenverzameling van Agatha Sophia Buys (1726-1777). Agatha Sophia huwde in 1746 met de Amsterdammer Pieter Trip, vanaf 1764 bewindhebber bij de VOC en zoon van Dirck Trip, die driemaal burgemeester van Amsterdam was. Het echtpaar woonde aan de Herengracht in Amsterdam. Kort na het huwelijk kocht Pieter de buitenplaats Vreedenhoff aan de Vecht aan en liet er een nieuw huis bouwen door de Amsterdamse bouwmeester Jean Coulon. Agatha Sophia legde voor het nieuwe huis de eerste steen, zoals staat te lezen op een hardstenen inscriptie die nog aanwezig is. In de koopakte van het terrein wordt vermeld dat de ‘Hoffsteede’ die Pieter kocht, vergezeld ging van tuinen, boomgaarden en ‘hoorige landerijen’.

Buitenplaats Vreedenhoff aan de Vecht, 1835, Utrechts Archief
Buitenplaats Vreedenhoff aan de Vecht, 1835, Utrechts Archief

Drankjes van Agatha Sophia Buys

In de receptenverzameling van Agatha Sophia, begonnen in 1753, staan diverse drankjes vermeld: eau de queijn bijvoorbeeld, een likeurtje op basis van brandewijn en kweeperen. Maar ook frambozensiroop, en de bijzondere clairet. Waarom bijzonder? Omdat de clairet uit deze receptenverzameling een drankje is van rood zomerfruit op brandewijn, met toevoeging van specerijen. Kersen, frambozen en aalbessen gaan erin; echt iets om te maken als het fruit volop aanwezig is, om in de herfst nog even van de zomer te genieten. Je komt het drankje in meerdere achttiende-eeuwse receptenverzamelingen tegen, met ongeveer dezelfde ingrediënten. Het doet daarbij sterk denken aan het middeleeuwse recept voor ‘clareit’: rode of witte wijn met specerijen als kruidnagels en peper, die helder gemaakt wordt door hem de zeven door een stoffen zak. Aan dat helder – of ‘klaar’ – maken dankt het drankje dan ook zijn naam: clairet, van ‘claire’ of ‘clarus’. En dat is ook wat er in het recept van de clairet van Agatha Sophia staat, aan het slot. Een link naar de oude middeleeuwse clareit is er dus zeker.

Kookschrift van Agatha Sophia Buys, Utrechts Archief
Kookschrift van Agatha Sophia Buys, Utrechts Archief

Om Clairet te maaken
6 pond bogert kersen, 2 pond aalbessen 2 pond flambozen van dit alles het nad uyt gedrukt, en onder elkander gedaan, dan neemt men tot ider pint van dit nat een wijnig minder als een pind brandewijn, 8 correls heele witte peeper, 8 kruytnagels en wat foelij, 14 loot suijker, doet dit alles in een pot of vles en schut of roert het geduerende 3 of 4 daagen van tijd tot tijd om tot dat de suyker gesmolten is dan door een lek sak laate lekke tot het helder van couleur is.

Mariëlla: “Ik probeerde dit drankje inmiddels al twee zomers uit, en was telkens weer verrukt van het resultaat. Natuurlijk kreeg deze clairet een plaatsje in mijn nieuwe boekje Punch, kandeel en clairet. Historische drankjes om zelf te maken. Maar ik besloot het nog wat groter aan te pakken. Ik polste Inge Stolk en Arjan Smit van Distilleerderij De Pronckheer, om te kijken of zij het zouden willen maken voor mij. De Pronckheer zit midden in de Kromme Rijnstreek, en daar is fruit ruim voorhanden. Sterker nog: de distilleerderij ligt recht tegenover een grote kersenboomgaard van Theo Vernooij! Inge en Arjan waren onmiddellijk enthousiast, regelden met de overbuurman het fruit en gingen aan de slag. Arjan voegde er bovendien nog een beetje van zichzelf aan toe, door in plaats van de brandewijn eau de vie van pruimen te gebruiken. Het resultaat? In één woord geweldig!” Helaas is het drankje inmiddels uitverkocht, maar je kunt het zelf maken met het recept in Mariëlla’s boek met historische drankjes.