Toosten met champagne

De oestermaaltijd, Jean François de Troy, 1734, Musée Condé

Waar komt de traditie van toosten met champagne vandaan? Dat is niet zo eenvoudig aan te wijzen. Wijnhistorica Mariëlla Beukers van Wijnkronieken ging op onderzoek uit en schreef er een artikel over. Ik laat Mariëlla graag aan het woord en dank haar hartelijk voor dit mooie verhaal.

Wie googlet op dit thema komt bij allerhande ‘experts’ die het eigenlijk niet weten, en dan vervolgens het verhaal van het ontstaan van champagne gaan vertellen. Inclusief de fabeltjes over Dom Perignon die de champagne uitgevonden zou hebben. Er is echter wel een aantal aanknopingspunten om het onderzoek naar het ontstaan van deze ‘traditie’ een stuk verder te helpen. De oplossing is te vinden in enerzijds de geschiedenis van het toasten, anderzijds in die van de vermarkting van champagne.

Een toast tijdens het diner

Allereerst het toasten. Een heildronk op iemand uitbrengen was nog niet eens zo heel lang geleden een vast onderdeel van een avondje dineren – in ieder geval in de gegoede kringen. Dat gebruik gaat terug op eeuwen van proosten en toasten, met soms symbolische en rituele betekenissen.

In de negentiende eeuw verschenen er talloze bundels met voorbeelden van teksten die uitgesproken konden worden als toast. Die bundels worden onder andere bewaard bij de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. De boekjes zijn gericht op de burgerij, die met toasten de allerhoogste klassen imiteerde. Deze betere kringen wisten wel hoe het hoorde en hoe je een toast moest uitbrengen, maar de burgerij was daar niet zo in thuis en moest een beetje geholpen worden.

Dat lees je in het voorwoord van De Tafelceremoniemeester of volledige verzameling van toasten of tafelconditien. Een onmisbare handleiding voor genodigden tot feestpartijen en maaltijden, door J. de Breet, uit 1879:

De gewoonte, om, bij feestmaalen, tot handhaving der tafel-orde, eenen ceremonie- of conditiemeester te benoemen, die, bij beurte, den gasten de gelegenheid verschaft, om bijzondere toasten in te stellen, is, sedert geruimen tijd, ook tot den burgerstand doorgedrongen, en, bij zulke gelegenheden, zien de gasten zich meermalen verpligt, vooraf hunne toevlugt te nemen tot diegenen, die meer met zulk eene taak bekend zijn.

In datzelfde boekje tref je honderden uitgeschreven toasten. Een toast op de koning, op een nieuwe echtgenote, op vader of moeder. Een toast voor bij de mosselen of het wilddiner, en ook toasten op het oude en het nieuwe jaar! Bijvoorbeeld toast nr. 235 in het zevende hoofdstuk van dit boekje:

De wereld was in rep en roer
in ’t oude jaar
dat al ’t gewar en al ’t rumoer
In ’t nieuw jaar bedaar

De Tafelceremoniemeester of volledige verzameling van toasten of tafelconditien

Welke wijn?

Wat voor wijn men gebruikte om te toasten, is moeilijk te achterhalen. Op de omslag van De Tafelceremoniemeester lijkt men dat in ieder geval met champagne te doen.

Tijdens mijn onderzoek ben ik tot op heden weinig bronnen tegengekomen die specifiek iets vermelden over toasten en de keuze van de wijn. Een ervan is in De volmaakte Hollandse Keukenmeid (1746), waarin staat:

Presenteerd uwe Vrienden eer gy aan tafel gaat een glas Roode wyn, als zeer gezond en goed zynde voor de maag, en om den appetyd te scherpen, en om de Vrienden te verwelkomen.

Een Russische onderzoekster meldt dat het in Europa “gebruikelijk [was] dat conform de klassieke volgorde van de wijnen champagne alleen bij het gebraden vlees werd geschonken. Maar bij de Russische banketten ging dat anders, daar kwam het regelmatig voor dat ook al voordat het vlees werd geserveerd, de kristallen tonen van de champagnebokalen weerklonken in de feestzalen.”

Misschien dat koningin Anna Palowna, dochter van tsaar Paul I, een rol gespeeld heeft bij het verder populariseren van champagne in de hoogste kringen van Nederland? Bekend is in ieder geval dat een van de grootste klanten van de champagnehuizen het hof in Sint-Petersburg was.

Toasten uitbrengen doen wij nauwelijks meer. Althans, niet formeel. Alleen bij bruiloften wil er nog weleens gespeecht worden. Wel heffen we nog regelmatig het glas, vaak met champagne: bij behaalde diploma’s, zilveren huwelijken, op geslaagde ondernemingen. En op 1 januari om 0.00 uur. Het zijn de flauwe echo’s van een eeuwenlange traditie.

Nieuwjaarkaart met champagnetoast

Zo maak je champagne

Dan de champagne. Al vanaf het moment dat Dom Perignon (1639-1715) de kwaliteit van de wijnen van zijn abdij had verbeterd en bovendien manieren had uitgedokterd om wijn met belletjes veilig in een fles te vangen, is champagne omgeven geweest met een aura van luxe. De champagnefirma’s van de achttiende, negentiende én twintigste eeuw hebben dat imago heel bewust uitgebouwd. Champagne is dan ook een product bij uitstek waarbij marketing verantwoordelijk is voor het huidige imago – en de prijs.

Hoewel het voorkomen van bubbels in wijn een natuurlijk proces is, is champagne maken een zeer technische aangelegenheid. Al rond 1540 wisten de monniken van het klooster van Saint Hilaire bij Limoux, in de Roussillon, dat wijnen met bubbels in de fles heerlijk smaakten.

Abdij van St. Hilaire Limoux

Aan de voet van de Pyreneeën wordt het al in november vrij koud. De vergisting van most naar wijn stopte in het klooster in de winter, om vervolgens in de lente, als het warmer werd, weer op gang te komen. Op dat moment heb je een mousserende wijn, want bij vergisting komt koolzuurgas vrij.

Dat proces beheersen is echter een heel ander verhaal. Want van nature mousserende wijn in vaten verliest al snel zijn koolzuurgas. Als alle suiker omgezet is in alcohol, stopt de gisting, en langzaam zullen de belletjes verdwijnen. Mousserende wijn vervolgens bottelen heeft als gevaar dat de flessen uit elkaar kunnen spatten door de druk van het koolzuurgas. Bovendien moet je een goede afsluiting hebben om die bruisende wijnen vast te houden.

Wijn van de adel

In diverse gebieden in Europa kwam in de lente mousserende wijn voor, maar Dom Perignon was de eerste die wijn met belletjes in een fles wist te bewaren. Op zijn resultaten hebben de eigenaren van champagnehuizen voortgebouwd, met als uiteindelijk resultaat de champagne zoals we die nu kennen.

Vanwege dat kostbare en technische proces hebben diezelfde champagnehuizen al vanaf het begin een aura van luxe en exclusiviteit om champagne heen gecreëerd. Champagne was de wijn van de adel, van koningen, van de verfijning. De drank was gewild aan het hof van Lodewijk XV en eigenaren van champagnehuizen zochten hun relaties in de hoogste kringen. Bekend is de vriendschap tussen Napoleon en Jean-Rémy Moët (van Moët et Chandon).

Het waren nooit de simpele druiventelers en wijnboeren die champagne verkochten aan de afnemers, maar handelshuizen, die wijnen opkochten of maakten en lieten rijpen in hun onderaardse kelders. Die kelders waren weer gevestigd in oude krijtmijnen van de Romeinen, onder de stad Reims. Al met al hing er veel magie en mystiek rondom deze drank, wat het imago weer verstevigde.

Champagne als feestdrankje

In de negentiende eeuw wilde ook de rijker wordende burgerij genieten van deze met status omgeven, exclusieve en bruisende wijn. Omdat zij champagne niet voor dagelijks gebruik kon betalen, werd de drank alleen ingekocht voor feesten en partijen. Die trend werd geestdriftig door de champagnehuizen opgepikt. De nieuwe media die in de negentiende eeuw voor reclamedoeleinden werden ingezet, hielpen mee dat feestimago te versterken en uit te dragen. Bekend uit de tijd rond 1900 zijn de affiches van beroemde kunstenaars als Alfons Mucha.

Mucha-Heidsieck_and_Co.-1901

De affiches droegen niet weinig bij aan het uitdragen van een sfeer van feest, plezier en frivoliteit rondom champagne. De kunsten en kunstenaars hadden sowieso een speciale band met champagne, en de drank stond centraal in heel wat moderne kunstuitingen.

Naast affiches was er meer promotiemateriaal: waaiers met kunstzinnige champagne-reclame bijvoorbeeld, en ook het nieuwe medium de ansichtkaart werd ingezet. Dat er in die tijd Nieuwsjaarskaarten met champagneflessen verschenen, past dan ook helemaal in het plaatje.

nieuwjaarskaart met champagnefles

De wisseling van het oude naar het nieuwe jaar kende in veel landen allerlei festiviteiten en rituelen, en vormde bovendien een moment om te toasten, zoals we al zagen. Vanuit die marketing en het bijzondere moment, de wisseling van Oud en Nieuw, is de verwevenheid van champagne met de oudejaarsnacht gegroeid. In Nederland ging dat echter heel langzaam en nooit van harte. Hier werd (en wordt) de jaarwisseling vaak alleen in huiselijke kring gevierd, zeker onder ouderen. Oliebollen en spelletjes, oudejaarsconference en vrienden op bezoek – dat is de Nederlandse oudejaarsavond.

Wat daarbij gedronken werd, kon van alles zijn. Glühwein en chocolademelk, een glaasje advocaat of wijn. Of de frivole mousserende wijnen. Wie echter in oude kranten van vóór de Tweede Wereldoorlog zoekt naar reclames voor champagne in december, vindt daar geen speciale aandacht voor. Pas toen ons land het weer wat beter kreeg, vanaf de jaren zestig en zeventig, verscheen reclame voor champagne in de feestmaand.

De consumptie met Oud en Nieuw is desondanks altijd wat halfslachtig gebleven. Als we kunnen toasten met iets goedkopers, dan is dat ook goed. Ik zou wel eens willen weten hoeveel mensen met échte champagne het jaar uitluiden, en hoeveel met prosecco of sekt.

Meer wijngeschiedenis?

Wil je meer weten over de geschiedenis van wijn en bijpassende gerechten? Dat kan met Borreltijd! Historische hapjes & drankjes uit de historische keuken. Naast heerlijke recepten, geeft het kookboek informatie en leuke weetjes over culinaire geschiedenis en stap-voor-stap uitleg over het maken van historische dranken en gerechten.